Verslag vanErwin en Petra Honingh.
Het is zondag, onze tweede dag op het eiland Corsica. Het gordijn van onze kamer is nog dicht, maar de zon probeert er al doorheen te prikken. Alsof hij ons wil bewegen maximaal van hem te genieten vandaag. Nou, en dat doen we! Het is een prachtige dag met een strakblauwe hemel. Tijdens het gezellige ontbijt nemen we, naast het lekkere eten, ook de plannen en tips van wat andere leden in ons op. Ik was van plan wat vroeg te vertrekken om eerst nog even tanken en de auto van buiten schoon te maken. De regen (met Saharazand) van de heenweg en het vuil van de Franse autowegen staat niet zo goed op mijn mooie zilveren bolide en ik wil niet een hele groep laten wachten. Dus vandaag even met ons tweeën de tocht rijden. De andere groepen zien we onderweg vast nog wel en misschien sluiten we ons dan weer aan, of niet. Alles is goed en alles kan op zo’n mooie dag.
De tocht van vandaag brengt ons naar Bonifacio, helemaal in het zuiden van het eiland. De route gaat via de kustweg naar beneden met prachtige uitzichten op de Middellandse zee en pittoreske baaien. Dat belooft wat voor vandaag. Na her en der een foto te hebben gemaakt, komen we aan in Bonifacio dat volgens de legende Anno Domini 828 gesticht is door een Toscaanse Markies Bonifatius. Het stadje is gelegen op een 80 meter hoge rotspunt langs een soort van Noorse fjord en zou een onneembare vesting zijn. Toch hadden wij er weinig moeite mee moet ik zeggen. Beneden in de haven was het vrij druk, maar doorrijdend omhoog langs de oude stad tot aan het uiterste puntje, was heel goed te doen. Genoeg parkeerruimte om even de auto kwijt te kunnen en de oude vestingen te bekijken, waar blijkt dat niet alleen de Genuanen hun sporen hebben achtergelaten. Ook de Duitsers hebben rijkelijk met beton gegoten en een flinke bunker met kanonnen gebouwd waarvan de resten nog te bewonderen zijn.
We zoeken een plekje om koffie te drinken, maar dat was minder eenvoudig. We besluiten dat beneden in de stad te doen maar op de terugweg door de oude stad en ook beneden in de jachthaven was geen parkeerplek meer vrij. Dus dan maar verder rijden en verderop iets zoeken. Inmiddels begon het al tegen lunchtijd aan te lopen. Nog denkend aan die prachtige vergezichten met mooie baaitjes van het eerste deel van de route, stel ik mijn vrouw voor om even van de route af te wijken en te kijken of we kunnen lunchen aan het strand. Top! Dat doen we. De eerste afslag zie ik al een bordje “Plage” en “Restaurant” naar rechts wijzen. Dat klinkt als muziek in de oren en we slaan af richting Suartone. Een kronkelig weggetje brengt ons over een bergrug(je) naar een klein dorpje en gaat vervolgens door, richting de kust. Even dachten we, waar gaat dit heen en er lijkt geen einde aan te komen, maar dan, plotseling na een bocht, worden we getrakteerd op een prachtig uitzicht op de zee, badend in het zonlicht. Dat belooft veel goeds en met nieuwe moed rijden we door. Na, voor ons gevoel, een half uur rijden, komen we aan bij een groot parkeerterrein waar we op willen rijden en door een jolige mijnheer gelijk weer teruggeroepen worden. Of we wel even willen betalen voor het parkeren. Oei, natuurlijk geen probleem maar we hadden het gewoon niet door. Na het betalen van 6 Euro krijgen we een grote lach en mogen we de auto ergens neerzetten. Klein stukje lopen naar het strand dat in een prachtige baai ligt. De mooie zee, nodigt ons uit om het strand op te lopen en al snel zien we het restaurant. Prachtig gelegen met diverse terrassen onder de bomen en rieten parasolletjes. Een droom. Het is gezellig druk en we worden heel hartelijk ontvangen en vriendelijk gewezen waar we een plekje kunnen zoeken. We kiezen natuurlijk iets uit met uitzicht op het strand en de zee. We nemen een paar foto’s en delen deze gelijk in de Roadsterclub groepsapp van deze reis. Het is hier zo mooi, dat willen we graag delen. Prachtig gewoon. We dachten net, dit plekje is uniek en er zal wel niemand anders van de Roadsterclub hiernaartoe komen, tot we plotseling heel hartelijk begroet worden door Miriam en Koos. Zij hadden al gelezen over deze baai en moesten dit zien. Een top plek. Nog verguld van de mooie vondst, rijden we na de lunch en een korte strandwandeling, voldaan terug over het kronkelige weggetje dat nu opeens veel minder lang lijkt dan heen. Tijd kan rare dingen doen denk ik dan.
De route neemt ons verder langs de kust naar Porto-Vecchio. Ook een mooie plaats, maar wij besluiten door te rijden de bergen in. De route gaat na Porto-Vecchio omhoog en omhoog. Er lijkt geen einde aan te komen. Dwars door het gebied L ’Alta Rocca nemen we de route L’ospédale waar de temperatuur daalt met de stijgende route. Bovenop was het 9 graden koeler dan beneden en dat merk je wel. De kap blijft natuurlijk open, maar ramen gaan wel even omhoog om ons te beschermen tegen de koudere wind. Vooraf is nog gewaarschuwd voor loslopend vee op de L ‘Alta Rocca, maar op twee verdwaalde koeien en een zwevende buizerd na, hebben wij niet veel bijzondere dieren waargenomen. En dus na een prachtige rit door de bergen en idyllische dorpjes komen we weer aan de andere kant van het eiland met nog een heel mooi uitkijkpunt op de baai van Propriano, zien we ons hotel al liggen. Na het parkeren bij het hotel, haast ik me naar de kamer voor mijn zwembroek en neem een verfrissende duik. Wat een top dag, wat een top eiland en wat een top reis!
Ik neem mijn petje af voor de organisatie die zoveel tijd en energie in deze reis heeft gestopt, maar afgaande op alle verhalen van de andere Roadsterclubpers tijdens het diner, is dat het zeker waard. Bedankt voor de mooie rit.